Onderweg leerde Pamela van de kapitein en de eerste stuurman navigeren. Op het laatst kon ze wedijveren met die twee en berekeningen maken met een sextant. Zo kon Pamela ‘een zonnetje schieten’, oftewel de breedtegraad berekenen van waar zij zich bevond. Dit deed men door als de zon op zijn hoogst stond de hoek van de zon naar de horizon te meten. Bij wekenlang slecht weer, wist de bemanning al die tijd niet precies waar zij zich op zee bevonden. Dat was vaak gissen en dit werd daarom gegist bestek genoemd.