Na ruim drie decennia de wereldzeeën te hebben bevaren, sloeg het noodlot toe. Op 25 April 1936 doemde er om 4 uur ’s nachts uit de donkere mist een silhouet op aan bakboord. Er werd meteen hard stuurboord gegeven, maar op het zelfde moment botste de Herzogin tegen de Hamstone (rechts op de foto). Een gevaarlijk stuk rots bij Boldhead voor de kust van Devon. Door de kracht en de impact stuiterde het schip terug. Meteen liet de bemanning beide ankers vallen, maar deze kregen op de zanderige bodem geen houvast. Langzaam dreef het schip steeds dieper de baai in tot het vast kwam te zitten. Aan boord had niemand enig idee waar ze waren. Volgens de berekeningen zouden ze 8 mijl uit de kust moeten zijn. Aan boord van het schip bevond zich een grote partij van bijna 4300 ton graan dat was opgehaald in Australië. Uit vrees voor de stank van het fermenterende graan werd een deel van de lading in de daarop volgende dagen gelicht.
De stranding van het beroemde schip werd meteen opgepakt door de media: radio, kranten en ook het bioscoopjournaal. In mum van tijd kwam er een stroom ramptoeristen op gang die de hele zomer zou aanhouden. Het eerste weekend kwamen volgens de kranten al 50.000 mensen met de auto naar de kust. De AA (de Engelse ANWB) plaatste bordjes: ’to the wreck’. Boeren in de buurt werd gevraagd om weilanden ter beschikking te stellen als parkeerplaats. Al snel werden er zelfs rondvaarten georganiseerd. Die zomer zou daar de geschiedenis in gaan als de ‘Herzogin-summer’. De gestrande Herzogin was een attractie geworden.